donderdag 20 december 2012


Tot jou spreekt Atahualpa,

1532 : schandelijk jaar.  Het jaar waarin ik bekocht werd, vernederd en vermoord.

Groot was mijn rijk. Het strekte zich uit van Esmeraldas tot bijna in Constitucion. Zelf beschouwde ik het gebied aan de oevers van de Urubambarivier als het kloppend hart van mijn rijk: van Muchu Pichu over Cusco tot Puno.

Prachtig waren de bouwwerken die wij hadden opgebouwd en nog steeds rusten in de valleien van de bergen. Groot waren de offers die we aan de goden brachten in Machu Pichu. Rijk gevuld waren onze schatkamers in de paleizen. Goud hadden we in overvloed: zorgzaam vergaard uit de mijnen in Yanacocha bij Cajamarca.

Goud, door ons uit de grond gekrabd is onze ondergang geworden. Met een handvol mannen kwamen ze uit een vreemde constructie aan wal gestapt en daagden mij “de grote Inca” uit. Ik had de Spaanse conquistadores beter kunnen opwachten hier op eigen terrein dan ze met een groot leger aan te vallen in Cajamarca. Cajamarca is, zoals jullie ongetwijfeld weten, mijn Waterloo geworden. Maar ik bevond mij tijdens de inval van de Spaanse conquistadores helemaal niet in dit gebied. Wij vormden met 20.000 manschappen een niet te veronachtzamen strijdmacht, maar wij hadden geen strategie ontwikkeld voor een gevecht in het noorden van het land. Om kort te zijn, wij liepen bij Cajamarca in een hinderlaag. Numeriek waren wij een overmacht, maar tactisch waren wij in het nadeel. Natuurlijk hadden de Spanjaarden vuurwapens en paarden, maar met een tactisch plan van onze kant waren deze indringers niet onverslaanbaar geweest.

 

Op een plein in Cajamarca trad ik op Pizarro toe. Naast hem stond een priester, Valverde geheten, met een bijbel in de hand. Deze priester vroeg mij, neen gebood mij, mij te bekeren tot het Christendom. Toen ik dat weigerde, en de bijbel voor zijn voeten wierp, was dat voor Pizarro het signaal om de aanval te openen. Dit was een lafhartige streek, aangezien ik Pizarro en zijn mannen niet vijandig tegemoet was getreden, hooguit argwanend. In de slachtpartij die toen volgde legden meer dan 6000 van mijn trouwste mannen het loodje.

Het was daar in Cajamarca dat ik door Pizarro gevangen werd genomen. Men zou mij vrijlaten wanneer er een losgeld werd betaald. Het losgeld, een ruime kamer gevuld met de mooiste gouden en zilveren voorwerpen, werd betaald. Maar zoals zo vaak het geval is, wanneer de begeerte van het goud de mensen heeft aangeraakt, verdwijnt elk mededogen. De zucht naar meer maakte de Spanjaarden dol. Men meende dat meer te kunnen krijgen door mij uit de weg te ruimen. Officieel heette het dat ik ter dood werd veroordeeld vanwege broedermoord (op Huascar). Ik zal de rol die ik bij de dood van Huascar heb gespeeld niet loochenen, maar de Spaanse aanklacht was natuurlijk hypocriet. Zo is geschied. De rest kunt u lezen in verschillende bronnen.  U vergeeft mij dat ik hier niet verder over uitweid. Het zou mij in de vreemde positie plaatsen als eerste mens in de geschiedenis een verslag te geven van zijn eigen overlijden.  Die primeur past mij niet.

Maar lang niet alle goud konden de conquistadores vinden. Tot op vandaag worden de schatkamers bewaakt door de hogepriesters en veilig verborgen gehouden. Je kan nu intekenen voor een boeiende zoektocht met gewaagde opdrachten die je langs de uithoeken van mijn rijk zal voeren. Je zal meer leren over onze kennis en kunde over onze geschiedenis en uiteindelijk toegang krijgen tot de schatkamers van de Inca’s. Maar je zal er vooral voor moeten werken: geheimschriften ontrafelen, kennis verdiepen, samenwerken, feest vieren, musiceren,…

Jullie worden erfgenaam van de grote Inca’s met één doel: schenk het goud weg aan wie het nodig heeft, en dan vooral aan het project van Casa Cosma dat door een van mijn gezegende nakomelingen geleid wordt: Brother Jimi

Hou het goud niet voor jezelf, want dan zal Apotequil, de god van de bliksem, je treffen in je hart en je zal branden onder de stralen van mijn voorvader: de Zonnegod Inti.

Je zal geleid worden op je queeste door wetenschappers, hogepriesters, stoetenbouwers… Die je allemaal zullen helpen om de schat van de Inca’s te vinden.

Schrijf je nu in stuur een mail naar inca@fracarita.org.

Of download het inschrijvingsformulier door hier te klikken.

Wat wil ik de grote Athualpa weten: Hou deze blogspot in het oog:

1 opmerking: